- aanvoelen
- {{aanvoelen}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [tot zijn gevoel laten spreken] feel ⇒ sense2 [even aanraken] feel♦voorbeelden:1 iemand aanvoelen • understand someone; 〈sterker〉 empathize with someoneeen stemming aanvoelen • sense an atmosphereelkaar goed aanvoelen • speak the same languageII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [het genoemde gevoel veroorzaken] feel♦voorbeelden:1 het voelt koud aan • it feels cold
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.